De vrouwelijke seksuele respons: Huidige modellen, neurobiologische onderbouwing en middelen die momenteel goedgekeurd zijn of onderzocht worden voor de behandeling van hypoactief – seksueelverlangenstoornis
Kingsberg SA, Clayton AH and Pfaus JG, 2015
Hoe een vrouw reageert op seksuele signalen is sterk afhankelijk van een aantal verschillende, maar gerelateerde factoren. Onderzoekers hebben al tientallen jaren geprobeerd de vrouwelijke seksuele respons uit te leggen, maar geen enkel model heerst oppermachtig. Een goede vrouwelijke seksuele functie is afhankelijk van het samenspel van somatische, psychosociale en neurobiologische factoren; verkeerde regulatie van een van deze componenten kan leiden tot seksuele disfunctie.
De meest voorkomende seksuele disfunctiestoornis is de stoornis hypoactief seksueel verlangen (HSDD). HSDD is een aandoening die vrouwen over de hele wereld treft. Uit een recent persoonlijk diagnostisch interviewonderzoek dat in de VS werd uitgevoerd, bleek dat naar schatting 7,4% van de vrouwen in de VS lijdt aan HSDD. Ondanks de prevalentie van de aandoening wordt deze vaak over het hoofd gezien als een formele diagnose.
In een enquête onder huisartsen en verloskundigen/gynaecologen, was de belangrijkste reden voor het niet toewijzen van een HSDD-diagnose het ontbreken van een veilige en effectieve behandeling goedgekeurd door de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA). Dit veranderde met de recente FDA-goedkeuring van flibanserin (AddyiTM) voor de behandeling van premenopauzale vrouwen met verworven, gegeneraliseerde HSDD; er zijn echter nog steeds geen goedgekeurde behandelingen buiten de VS.
HSDD wordt gekenmerkt door een duidelijke afname van seksueel verlangen, een afwezigheid van motivatie (ook wel avolitie genoemd) om zich in te laten met seksuele activiteit, en het kenmerkende symptoom van de aandoening, duidelijk leed bij de patiënt. Onderzoek suggereert dat HSDD kan ontstaan uit een disbalans van de exciterende en remmende neurobiologische routes die de seksuele respons van zoogdieren reguleren; top-down remming van de prefrontale cortex kan hyperactief zijn en/of bottom-up excitatie naar het limbische systeem kan hypoactief zijn.
Belangrijke neuromodulatoren voor de excitatieroutes zijn onder meer norepinefrine, oxytocine, dopamine en melanocortines. Serotonine, opioïden en endocannabinoïden dienen als belangrijke neuromodulatoren voor de remmende routes. Zich ontwikkelende behandelingsstrategieën zijn sterk afhankelijk van deze cruciale onderzoeksbevindingen, aangezien veel van de middelen die momenteel worden onderzocht als behandelingsopties voor HSDD zich richten op en invloed hebben op belangrijke spelers binnen deze exciterende en remmende routes, waaronder verschillende hormoontherapieën en centraal werkende geneesmiddelen, zoals buspiron, bupropion en bremelanotide.